ik ben de zon
ik ben de zon,
als ware andere mensen manenspiegels,
weerkaatsend mijn licht in mijn eigen ogen.
ik zie
ik ben vastberaden
ik verover de wereld
maak tot vriend de taal in al zijn soorten
tot vriend de soorten van de taal
lichamelijke grootsheid is de macht
die ik bezit
die ik laat zien
mijn blik geniet van zijn eigen doordringendheid
mijn dromen zijn niet verscholen in mijn onderbewuste slaap
of in mijn eenzame fantasieën
nee mijn dromen straal ik uit
schenk mij een monumentaal moment
en denk aan grootse kleinigheden
ik verdien het om ook even aan gedacht te worden
mijn zelfheid omvat de eindeloze mogelijkheden
die ik ben, zeer onwaarschijnlijk
dus waarschijnlijk waar
kijk maar
zie de wervelingen van mijn bewegingen
ik verlicht mijn wegen en bewandel ze met trots
want ik ben
een straal, stralend als zeventien sterren
want zoveel kracht is er in mij
zeventien pieken van geslepen waakzaamheid
zo heers ik over mijn daden
zeventien dalen gevuld met hoop
om nabij het einde in te baden
kalme golfbewegingen in mijn lot doen de hoop
over mijn pieken stromen
en zo blijft het toch nog interessant
torenhoog en onbereikbaar voel ik mij als dagen
zich afwenden en mijn zelfheid verslijten
afgevlakt zal ik echter nooit zijn, scherp is hoe ik leef en doe
ik val niet te vermijden
ik schep mijn vrienden, ik koester hen, ik leef om te berijden
het leven, als ik berijden zal een draak, fier, nooit getemd, zoals ik ben
zo vaak
getemd
maar nooit gebleven
als ware andere mensen manenspiegels,
weerkaatsend mijn licht in mijn eigen ogen.
ik zie
ik ben vastberaden
ik verover de wereld
maak tot vriend de taal in al zijn soorten
tot vriend de soorten van de taal
lichamelijke grootsheid is de macht
die ik bezit
die ik laat zien
mijn blik geniet van zijn eigen doordringendheid
mijn dromen zijn niet verscholen in mijn onderbewuste slaap
of in mijn eenzame fantasieën
nee mijn dromen straal ik uit
schenk mij een monumentaal moment
en denk aan grootse kleinigheden
ik verdien het om ook even aan gedacht te worden
mijn zelfheid omvat de eindeloze mogelijkheden
die ik ben, zeer onwaarschijnlijk
dus waarschijnlijk waar
kijk maar
zie de wervelingen van mijn bewegingen
ik verlicht mijn wegen en bewandel ze met trots
want ik ben
een straal, stralend als zeventien sterren
want zoveel kracht is er in mij
zeventien pieken van geslepen waakzaamheid
zo heers ik over mijn daden
zeventien dalen gevuld met hoop
om nabij het einde in te baden
kalme golfbewegingen in mijn lot doen de hoop
over mijn pieken stromen
en zo blijft het toch nog interessant
torenhoog en onbereikbaar voel ik mij als dagen
zich afwenden en mijn zelfheid verslijten
afgevlakt zal ik echter nooit zijn, scherp is hoe ik leef en doe
ik val niet te vermijden
ik schep mijn vrienden, ik koester hen, ik leef om te berijden
het leven, als ik berijden zal een draak, fier, nooit getemd, zoals ik ben
zo vaak
getemd
maar nooit gebleven