Tuesday, January 24, 2006

brief aan de zon

hey zon
yo hete ronding des levens
ik stuur een brief aan jou
kunnen we niet eens samen iets leuks gaan doen?
ik bedoel eigenlijk meer
ik kan af en toe wel een vriend gebruiken
om me bij te schijnen en mijn leven te verlichten.

ik heb van de week iets meegemaakt:
ik was een kruising van aandachtslijnen
ik trek ze naar me toe en steel wat gedachtes
maar ik wil meer
ik wil dat mensen uit mij denken,
als inspirerende ongebroken regenboog,
kleine waardes met grote gevolgen
ik voel me door gevolgen verzwolgen,
als een extra puntje op de i
.
mogen de hoogbegaafde punten in de nieuwe spelling worden afgeschaft
taal is ook maar een handicap
veroorzaakt door communicatische onkunde
want hierdoor weet ook niemand wat ik wil.

ik weet deze brief zal jou nooit bereiken; de woorden zullen versmelten en hun betekenis
daalt dan neer als zacht golvende zonnestralen, vol van onze energie.
ik stuur hem je toch, want ooit zal jij het weten,
bovendien ben ik het adres van de kerstman vergeten.

bedankt zon,
misschien tot de volgende keer
en misschien denk je nog wel eens
aan mij
en wie weet
misschien wel meer

Sunday, January 15, 2006

fantastico fantasia

duikelend blauw, een hemelgronde
velden vliegend groen,
waar glinsterende dauwdruppels van lokkende lippen
overweldigende wolken vormen,
vormen als gevleugelde muziekjes.
luister met zachtgehopt hart
en hoor de manenfluistering,
woeste manen, fluwelen stem,
fluwelen stemgeluiden,
vlagen als zuiver nimfen wuiven waterhuiden bosgeluiden
een bosje vederklanken alstublieft?
denkhoornen gieten bizarre kleuren,
de geur van een kus
fris en intens diep
vrolijk op het puntje van haar tenen.

Saturday, January 14, 2006

ik bewandel de dood

ik bewandel de dood.
ik draag het vederlicht geworden lichaampje van mijn onschuld
en staar met mijn trillende ogen dwars door heel mijn leven heen.
het eindigt hier.
ik ben het scherp van de snede,
dansend als een zoete doodsdemon,
beschermend waar ik van ben gaan houden,
wrekend dat wat ik niet beschermen kon.
schreeuwend om wat ik heb verloren
en krijsend om wat ik verliezen zal
spreekt de doodse stilte van mijn bewegingen voor mij.
ik glijd voort en splijt de door mij gedoemde zielen
met de vloeiende krachten van een gerichte waterval.
ik drijf ze samen met gelach als kwijlende wolven,
jaag hen op met ogen als sluipende messen,
en doorklief ze met een zwaard van pure woede,
gecontroleerd en witheet geslepen.

mijn ogen wankelen.
mijn evenwicht valt uiteen als dwarrelende rozenblaadjes
en ik stort neer als een uitgeput veertje, glimmend in de zon.
ik zie haar in alle uithoeken van mijn blikveld,
zelf kwijtgeraakt tussen de duizend stukjes
van de puzzel waar alles mee begon.